TESLA MODEL X 2020 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: TESLA, Model Year: 2020, Model line: MODEL X, Model: TESLA MODEL X 2020Pages: 277, PDF Size: 7.43 MB
Page 131 of 277

• Uw rijsnelheid is hoger dan de
maximum cruisesnelheid v an 150
km/h.
• U zet de Model X in een andere versnelling.
• Een portier wordt geopend.
• Het zicht van de radarsensor of camera('s) wordt belemmerd. Dit kan
veroorzaakt worden door vuil,
modder, ijs, sneeuw, mist, enz.
• De instelling Tractie Controle wordt handmatig uitgeschakeld of wordt
herhaaldelijk gebruikt om te
voorkomen dat de banden slippen.
• De wielen draaien tijdens stilstand.
• Verkeersbewuste cruise control functioneert niet naar behoren of
heeft onderhoud nodig.
Als Verkeersbewuste cruise control niet
beschikbaar is of wordt geannuleerd, rijdt
de Model X niet meer met een constante,
ingestelde snelheid en houdt hij niet
langer de ingestelde afstand aan tot de
voorligger. Attentie: V
erkeersbewuste cruise control
kan op elk willekeurig moment
onverwachts uitschakelen als gevolg van
onvoorziene omstandigheden. Het blijft
noodzakelijk om op de weg voor u te
letten en indien nodig in te grijpen. Het is
de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om de Model X te allen tijde
onder controle te hebben.
Overzicht van cruise control-
indica
toren Verkeersbewuste cruise control is
beschikbaar maar gaa
t pas actief uw
snelheid regelen als u deze functie
inschakelt. Het grijze getal dat wordt
weergegeven, wordt bepaald door
Snelheidshulp (zie Snelheidshulp
instellen op pagina 156). Verkeersbewuste cruise control is
actief en handhaaft de inges
telde
snelheid (geen voorligger) of houdt
een gekozen afstand tot de
voorligger aan (tot de ingestelde
snelheid). Model X is volledig tot stilstand
gek
omen en bevindt zich in een
STOP-status. Trap, als dit veilig is, op
het gaspedaal om de cruise control
te hervatten met de ingestelde
snelheid.
Beperkingen
De k
ans dat Verkeersbewuste cruise control
niet naar behoren functioneert is met name in
de volgende situaties zeer groot:
• De weg is zeer bochtig.
• Zicht is slecht (bij zware regenval, sneeuw, mist enz.).
• Fel licht (zoals van koplampen van tegenliggers of direct zonlicht) hindert het
camerazicht.
• De radarsensor wordt belemmerd (vuil, bedekt, enz.).
• De voorruit belemmert het zicht van de camera('s) (beslagen, vervuild, afgedekt
door een sticker enz.). Attentie: De bo
venstaande lijst met
situaties die de goede werking van
Verkeersbewuste cruise control kunnen
verstoren, is niet volledig. Verkeersbewuste cruise control
130 Handleiding Model X
Page 132 of 277

Stuurautomaat
Opmerking: S
tuurautomaat is een BÈTA-
functie.
Stuurautomaat maakt gebruik van
Verkeersbewuste cruise control (zie
Verkeersbewuste cruise control op pagina 124)
om de Model X in zijn rijstrook te houden
wanneer met een constante, ingestelde
snelheid wordt gereden. Met Stuurautomaat
kunt u ook de richtingaanwijzers gebruiken
om de Model X te verplaatsen naar een
naastgelegen rijstrook (zie Auto baan
verwisselen op pagina 133). Stuurautomaat
maakt gebruik van de camera('s), de
radarsensor en de ultrasone sensoren van de
auto om wegmarkeringen en de aanwezigheid
van andere voertuigen en objecten te
detecteren voor assistentie bij het besturen
van de Model X. Attentie: S
tuurautomaat is een functie
waarbij u uw handen moet gebruiken.
Houd altijd uw handen aan het stuur. Attentie: S
tuurautomaat is alleen bedoeld
voor gebruik op autosnelwegen en
expreswegen door een volledig
opmerkzame bestuurder. Houd uw
handen aan het stuur en houd rekening
met de wegomstandigheden en het
overige verkeer tijdens het gebruik van
Stuurautomaat. Gebruik Stuurautomaat
niet in de stad, op wegen waar
wegwerkzaamheden plaatsvinden of op
plaatsen waar u
Page 133 of 277

Op het instrumentenpaneel wordt en melding
w
eergegeven dat Stuurautomaat tijdelijk niet
beschikbaar is wanneer u Stuurautomaat
probeerde in te schakelen bij een snelheid
buiten het snelheidsbereik voor de werking
van Stuurautomaat. Stuurautomaat is mogelijk
ook niet beschikbaar wanneer het
onvoldoende gegevens ontvangt van de
camera('s) of sensoren.
Als Stuurautomaat geen wegmarkeringen kan
detecteren, wordt de rijstrook bepaald op
basis van uw voorligger.
In de meeste gevallen probeert Stuurautomaat
de Model X in het midden van de rijstrook te
houden. Maar wanneer de sensoren de
aanwezigheid van een obstakel (zoals een
auto of de vangrail) detecteren, kan
Stuurautomaat de Model X naar een rijspoor
sturen dat uit het midden van de rijstrook ligt. Attentie: S
tuurautomaat is niet bedoeld
om de Model X om objecten te sturen die
zich deels of volledig in de rijstrook
bevinden en zal dit niet doen. Het blijft
noodzakelijk om op de weg voor u te
letten en indien nodig in te grijpen. Het is
de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om de Model X te allen tijde
onder controle te hebben. Attentie: Het s
turen is beperkt wanneer
Stuurautomaat is ingeschakeld. Mogelijk
kan de Model X daardoor geen scherpe
bochten nemen. Wees voorbereid om te
allen tijde de controle over het voertuig
over te nemen. Beperkte snelheid
S
tuurautomaat is bedoeld voor gebruik door
een volledig opmerkzame bestuurder, op
autosnelwegen die uitsluitend toegankelijk zijn
via opritten en alleen verlaten kunnen worden
via afritten. Als u kiest voor het gebruik van
Stuurautomaat op straten in woongebieden,
op een weg zonder middenmarkering, of op
een weg zonder beperkte toegang, kan de
maximale cruisesnelheid door Stuurautomaat
worden begrensd en wordt op het
instrumentenpaneel een melding
weergegeven die aangeeft dat de snelheid is
begrensd. De begrensde snelheid kan variëren
afhankelijk van of u een marge voor de
snelheidslimiet hebt opgegeven. Hoewel u de
cruisesnelheid niet kunt verhogen, kunt u een
striktere cruisesnelheid instellen door de
marge voor de snelheidslimiet te verlagen,
indien van toepassing, (zie Snelheidshulp
instellen op pagina 156) of door handmatig de
ingestelde cruisesnelheid te verlagen (zie De
ingestelde snelheid wijzigen op pagina 126).
In situaties waarin de snelheidslimiet niet kan
worden gedetecteerd wanneer Stuurautomaat
is ingeschakeld, verlaagt Stuurautomaat uw
rijsnelheid en begrenst het de ingestelde
snelheid op 70 km/h. Hoewel u handmatig
kunt accelereren om de snelheidslimiet te
overschrijden, remt de Model X dan mogelijk
niet voor gedetecteerde obstakels.
Stuurautomaat mindert vaart tot de
snelheidslimiet wanneer u het gaspedaal
loslaat. Zodra u de weg verlaat of
Stuurautomaat uitschakelt met het stuur, kunt
u desgewenst de ingestelde snelheid weer
verhogen.
Stuur vasthouden
Stuurautomaat maakt gebruik van informatie
vanaf de camera('s), de sensoren en GPS om
te bepalen hoe het u het beste kan assisteren
bij het besturen van de Model X. Als
Stuurautomaat actief is, moet u het stuur
blijven vasthouden. Wanneer het systeem
gedurende een bepaalde tijd niet uw handen
aan het stuur detecteert, gaat een wit licht
langs de bovenkant van het
instrumentenpaneel knipperen en wordt het
volgende bericht weergegeven: Stuurautomaat
132 Handleiding Model X
Page 134 of 277

Stuurautomaat detecteert uw handen door
een licht e weerstand te herkennen terwijl het
stuurwiel draait of wanneer u zeer licht aan
het stuurwiel draait (met onvoldoende kracht
om de controle over te nemen).
Opmerking: Nadat uw handen zijn
gedetecteerd, verdwijnt het bericht en werkt
Stuurautomaat weer normaal.
Opmerking: Stuurautomaat geeft mogelijk ook
een geluidssignaal weer wanneer het bericht
voor het eerst wordt weergegeven.
Stuurautomaat vereist dat u op uw omgeving
blijft letten en altijd klaar bent om de
besturing over te nemen. Als Stuurautomaat
uw handen niet aan het stuur detecteert,
klinken er tevens geluidsignalen, met steeds
kortere tussenpozen.
Als u herhaaldelijk de verzoeken van
Stuurautomaat om uw handen aan het stuur te
houden negeert, wordt Stuurautomaat
uitgeschakeld voor de rest van de rit en heeft
het systeem het volgende bericht weer. Als u
het handmatig sturen niet hervat, laat
Stuurautomaat een continu geluidssignaal
horen, schakelt het de alarmknipperlichten in
en brengt het de auto volledig tot stilstand. De rest van de rit moet u zelf sturen.
S
tuurautomaat is weer beschikbaar bij uw
volgende rit (nadat u bent gestopt en de
Model X in de stand P (Park) hebt gezet).
Stuurautomaat wordt gestopt
In situaties waarin Stuurautomaat niet in staat
is de Model X te helpen sturen, wordt
Stuurautomaat afgebroken, klinkt er een
geluidssignaal en wordt het volgende bericht
weergegeven op het instrumentenpaneel: Stuurautomaat uitschakelen
S
tuurautomaat wordt geannuleerd wanneer:
• u (zelfs maar iets) aan het stuur draait;
• u het rempedaal intrapt;
• u de cruise control-hendel van u af duwt;
• u sneller rijdt dan de maximumsnelheid die wordt ondersteund door
Stuurautomaat 150 km/h;
• u naar een andere versnelling schakelt; • Een portier wordt geopend.
•
Automatisch remmen bij noodgevallen
wordt ingeschakeld (zie Botsing
ontwijkingshulp op pagina 152).
Nadat Stuurautomaat is geannuleerd, klinkt er
een geluidssignaal en wordt het
Stuurautomaat-pictogram grijs om aan te
geven dat Stuurautomaat niet meer actief is,
of verdwijnt het pictogram om aan te geven
dat Stuurautomaat momenteel niet
beschikbaar is.
Opmerking: Als Stuurautomaat is geannuleerd
doordat u aan het stuur hebt gedraaid, blijft
Verkeersbewuste cruise control actief. Schakel
Verkeersbewuste cruise control uit zoals u
normaal gesproken zou doen, door kort de
cruise control-hendel van u af te duwen of het
rempedaal in te trappen.
Om Stuurautomaat uit te schakelen, zodat de
functie niet langer beschikbaar is, tikt u op
Bediening > Autopilot > Stuurautomaat (bèta).
Auto baan verwisselen Wanneer Stuurautomaat is geactiveerd op een
auto die is uitgerust met Auto baan
verwisselen, kunt u de richtingaanwijzers
gebruiken om de Model X te verplaatsen naar
een naastgelegen rijstrook . Attentie: Het is de v
erantwoordelijkheid
van de bestuurder om te bepalen of het
wisselen van rijstrook veilig en gepast is.
Voordat u begint van rijstrook te wisselen
moet u daarom altijd de dode hoeken, de
wegmarkeringen en de weg rondom u
controleren om er zeker van te zijn dat
het veilig en gepast is om naar de
beoogde rijstrook te gaan. Attentie: V
ertrouw nooit alleen op Auto
baan verwisselen om een geschikt
rijspoor te bepalen. Let altijd goed op
door naar de weg en het verkeer vóór u
te kijken, de omgeving in het oog te
houden, en op waarschuwingen op het
instrumentenpaneel te letten. Zorg ervoor
dat u indien nodig onmiddellijk kunt
ingrijpen. Attentie: Gebruik A
uto baan verwisselen
niet in de stad of op wegen waar de
verkeersomstandigheden continu
veranderen en waar u
Page 135 of 277

Attentie: Gebruik A
uto baan verwisselen
niet op slingerende wegen met scherpe
bochten, ijzige of gladde wegen, of
wanneer de weersomstandigheden (zoals
zware regenval, sneeuw, mist enz.) het
zicht van de camera('s) of sensoren
kunnen belemmeren. Attentie: Het niet op
volgen van alle
waarschuwingen en instructies kan tot
materiële schade en ernstig of zelfs
dodelijk letsel leiden.
Auto baan verwisselen gebruiken
A
uto baan verwisselen is beschikbaar wanneer
Stuurautomaat geactiveerd is. Van rijstrook
wisselen met behulp van Auto baan
verwisselen:
1. Voer visuele controles uit om er zeker van
te zijn dat het veilig en gepast is om naar
de beoogde rijstrook te gaan
2. Duw de richtingaanwijzerhendel lichtjes
omhoog of omlaag (duw de hendel niet
geheel omhoog of omlaag) om naar links
of naar rechts te gaan. Leid de
rijstrookwisseling in terwijl u uw handen
aan het stuur houdt.
3. Schakel de richtingaanwijzer uit zodra u in
de bedoelde rijstrook rijdt.
Opmerking: Auto baan verwisselen wordt
geannuleerd wanneer het wisselen van
rijstrook niet binnen vijf seconden kan worden
voltooid.
Auto baan verwisselen helpt bij het
verplaatsen van de Model X naar de
naastgelegen rijstrook in de richting van de
ingeschakelde richtingaanwijzer, mits aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
• Auto baan verwisselen heeft gedetecteerd dat u uw handen aan het stuur houdt.
• De richtingaanwijzer is ingeschakeld.
• De ultrasone sensoren en Autopilot- camera's detecteren geen voertuigen of
obstakels tot aan het midden van de
beoogde rijstrook.
• De rijstrookmarkeringen duiden aan dat wisselen van rijstrook is toegestaan.
• Het zicht van de camera('s) wordt niet geblokkeerd.
• Uw auto detecteert geen ander voertuig in de dode hoek.
• Halverwege het wisselen van rijstrook kan Auto baan verwisselen de buitenste
wegmarkering van de beoogde rijstrook
detecteren.
• Rijsnelheid is ten minste 45 km/h. Terwijl het wisselen van rijstrook wordt
uit
gevoerd, wordt Acceleratie bij inhalen
geactiveerd waardoor de Model X kan
accelereren tot dichter bij een voorligger (zie
Acceleratie bij inhalen op pagina 128).
Halverwege het wisselen van rijstrook moet
Auto baan verwisselen de buitenste
wegmarkering van de beoogde rijstrook
detecteren. Als deze wegmarkering niet kan
worden gedetecteerd, wordt het wisselen van
rijstrook afgebroken en keert de Model X
terug naar de oorspronkelijke rijstrook.
Opmerking: Auto baan verwisselen helpt bij
het verplaatsen van de Model X naar één
rijstrook per keer. Als u nog een rijstrook wilt
opschuiven, moet u opnieuw de
richtingaanwijzer inschakelen nadat de eerste
wisseling van rijstrook voltooid is.
Wanneer u Auto baan verwisselen gebruikt, is
het belangrijk om de prestaties van het
systeem in het oog te houden door op de weg
voor u en de omgeving te letten. Blijft paraat
om de besturing onmiddellijk te kunnen
overnemen. Als u over de middellijn naar de
aangrenzende rijstrook rijdt, wordt de
rijstrookmarkering op het instrumentenpaneel
weergegeven als een blauwe, onderbroken lijn.
Zodra u in de andere rijstrook rijdt, worden de
rijstrookmarkeringen weer als blauwe
ononderbroken lijnen weergegeven.
In situaties waarin Auto baan verwisselen niet
optimaal kan functioneren of niet kan
functioneren vanwege onvoldoende gegevens,
verschijnt een reeks waarschuwingen op het
instrumentenpaneel. Houd dus altijd het
instrumentenpaneel in de gaten wanneer u
Auto baan verwisselen gebruikt en wees
paraat om de Model X handmatig te besturen.
Navigeren met Autopilot
Opmerking: Navigeren met Autopilot is een
bèta-functie en is niet in alle markregio's
beschikbaar.
Wanneer u Stuurautomaat gebruikt op een
weg met beperkte toegang (zoals een
autosnelweg of autoweg), dan neemt
Navigeren met Autopilot automatisch afritten
en opritten, op basis van uw navigatieroute.
Op het snelweggedeelte van een
navigatieroute wisselt Navigeren met
Autopilot ook van rijstrook om u voor te
bereiden op afritten en om de reistijd naar uw
bestemming zo kort mogelijk te houden. Attentie: Na
vigeren met Autopilot zorgt
er niet voor dat de auto zelf rijdt. U moet
uw aandacht bij de weg houden, uw Stuurautomaat
134 Handleiding Model X
Page 136 of 277

handen altijd aan het stuur houden en zelf
op uw na
vigatieroute letten. Attentie: Z
oals het geval is met normaal
rijden dient u extra voorzichtig te zijn bij
blinde hoeken, knooppunten en afritten,
omdat hindernissen snel en op elk
moment kunnen opduiken. Attentie: Het is mogelijk da
t Navigeren
met Autopilot tegemoetkomende
voertuigen, stilstaande obstakels en
wegen zoals
Page 137 of 277

Opmerking: Naas
t route- en
snelheidgebaseerde wisselingen van rijstrook,
stelt Navigeren met Autopilot ook voor om
naar de rechter rijstrook te gaan wanneer u
geen andere voertuigen inhaalt.
Opmerking: Het touchscreen toont het
wisselen van rijstrook op basis van route
bovenaan de lijst met aanwijzingen van de
kaart, om u te vertellen dat van rijstrook moet
worden gewisseld om op de navigatieroute te
blijven.
Navigeren met Autopilot bedienen
Na inschakeling verschijnt de knop Navigeren
met Autopilot op de lijst met aanwijzingen van
de kaart als een navigatieroute actief is en de
route ten minste één weg met beperkt
toegang bevat. Tik op deze knop om
Navigeren met Autopilot u op uw reis te laten
bijstaan. Als deze optie is ingeschakeld, is de
knop voor Navigeren met Autopilot blauw en
wordt in de navigatieaanwijzingen het
Stuurautomaat-pictogram naast de
manoeuvres (zoals afritten van snelwegen)
weergegeven die Navigeren met Autopilot zal
uitvoeren.
Navigeren met Autopilot wordt geactiveerd en
gedeactiveerd op basis van het soort weg
waar u op rijdt. Als Stuurautomaat
bijvoorbeeld actief is en de instelling
Navigeren met Autopilot is ingeschakeld,
wordt Navigeren met Autopilot automatisch
actief wanneer u een ondersteund gedeelte
van uw navigatieroute bereikt.
Wanneer Navigeren met Autopilot is
geactiveerd, wordt op het instrumentenpaneel
de rijstrook weergegeven als een enkele
blauwe lijn aan de voorkant van de Model X: Als Navigeren met Autopilot actief is en u een
afrit of knooppunt op een snelw
eg op uw
navigatieroute nadert, wordt de betr e
Page 138 of 277

omstandigheden geschikt is (zie K
aarten en
navigatie op pagina 177). Als de instelling uit
staat, maakt Navigeren met Autopilot nooit
gebruik van een HOV-rijstrook, ongeacht de
tijd van de dag. Als de instelling aan staat,
maakt Navigeren met Autopilot altijd gebruik
van HOV-rijstrook wanneer deze aanwezig is. Attentie: Z
elfs als Navigeren met
Autopilot bij afritten wordt
gedeactiveerd, blijft Stuurautomaat actief.
Wees er altijd op voorbereid om de juiste
handelingen te verrichten, zoals het
stoppen bij rode verkeerslichten en
stoptekens en het verlenen van voorrang
aan andere weggebruikers. Attentie: Mogelijk pr
obeert Navigeren
met Autopilot niet altijd een afrit op te
rijden, ook niet wanneer de afrit door de
navigatieroute is bepaald. Blijf altijd alert
en wees erop voorbereid om de afrit
handmatig op te rijden of wanneer u van
rijstrook moet wisselen.
U kunt Navigeren met Autopilot op elk
moment annuler
en door op de knop
Navigeren met Autopilot te tikken op de lijst
met aanwijzingen op de kaart (uw voertuig
keert terug naar Stuurautomaat), of door
Stuurautomaat helemaal te annuleren (zie
Stuurautomaat uitschakelen op pagina 133).
Wisselen van rijstrook
Navigeren met Autopilot wisselt van rijstrook
om de Model X voor te bereiden op een
naderende afrit, om uw rijsnelheid te verhogen
(zonder de ingestelde kruissnelheid te
overschrijden) of om de Model X uit de
linkerbaan te sturen wanneer u geen andere
voertuigen inhaalt. Er verschijnt een bericht
bovenaan de lijst met aanwijzingen op de
kaart om u te laten weten dat er van rijstrook
gewisseld moet worden om op de
navigatieroute te blijven. De lijn op het
instrumentenpaneel toont het volgende
rijtraject: Als het instrumentenpaneel een bericht toont
w
aarin u gevraagd wordt het wisselen van
rijstrook te bevestigen, schakelt u de
betr e
Page 139 of 277

wanneer de afrit of het wisselen van
rijs
trook door de navigatieroute is
bepaald. Blijf altijd waakzaam en wees
erop voorbereid om handmatig naar een
afrit te sturen of van rijstrook te wisselen
ter voorbereiding op een afrit of
knooppunt.
Blijf altijd klaar om in te grijpen
T
ijdens een poging tot het wisselen van
rijstroken of manoeuvreren Model X, of als er
wegwerkzaamheden worden genaderd, is het
mogelijk dat Navigeren met Autopilot de
geschikte rijstrook niet kan bepalen
(bijvoorbeeld in het geval van complexe
klaverbladen en afritten met meerdere
rijstroken) en het instrumentenpaneel een
waarschuwing toont die aangeeft dat
Navigeren met Autopilot probeert te
manoeuvreren en mogelijk hulp nodig heeft.
Wanneer u dit bericht ziet, moet u klaar zijn
om onmiddellijk te kunnen ingrijpen om ervoor
te zorgen dat de rijstrookwisseling of de
stuurmanoeuvre veilig en correct wordt
uitgevoerd.
Beperkingen
De kans dat Stuurautomaat en de gerelateerde
functies hiervan niet naar behoren
functioneren is met name in de volgende
situaties zeer groot:
• Stuurautomaat kan de rijstrookmarkeringen niet goed
waarnemen. Bijvoorbeeld, wanneer de
wegmarkeringen sterk gesleten zijn,
samen met oudere markeringen zichtbaar
zijn, omgelegd zijn voor
wegwerkzaamheden, snel veranderen
(uitvoegstroken, oversteekplaatsen of
invoegstroken), objecten of
landschapselementen donkere schaduwen
werpen op de wegmarkeringen of in het
wegdek voegen of andere lijnen zitten die
sterk afsteken.
• Het zicht is slecht (zware regenval, sneeuwval, mist enz.) of de
weersomstandigheden hinderen de
werking van de sensor.
• Camera('s) of sensor(en) wordt/worden gehinderd of afgedekt of is/zijn
beschadigd.
• Rijden op hellingen.
• Naderen van een tolpoort.
• Rijden op een weg met zeer scherpe bochten of een zeer ruw wegdek. • Fel licht (zoals direct zonlicht) hindert het
camer
azicht.
• De sensoren worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• Er wordt een voertuig in de dode hoek gedetecteerd wanneer u de
richtingaanwijzer inschakelt.
• Model X rijdt op zeer korte afstand van een voorligger, waardoor het zicht van de
camera('s) wordt belemmerd. Attentie: Er zijn v
ele onvoorziene
omstandigheden die de werking van
Stuurautomaat kunnen belemmeren.
Houd dit altijd in gedachten en bedenk
dat Stuurautomaat daardoor de Model X
mogelijk niet goed kan helpen besturen.
Let altijd goed op tijdens het rijden en
zorg ervoor dat u indien nodig
onmiddellijk kunt ingrijpen. Stuurautomaat
138 Handleiding Model X
Page 140 of 277

Parkeerautomaat
P
arkeerautomaat (indien aanwezig) maakt
gebruik van gegevens van de ultrasone
sensoren en GPS om het parkeren op de
openbare weg te vereenvoudigen door de
Model X te